Dit zegt God, de HEER:

Er wordt van jullie gezegd dat je mensen verslindt, dat je de volken die op je leven van hun kinderen berooft. Maar je zult geen mensen meer verslinden en je volken niet langer van hun kinderen beroven – spreekt God, de HEER. Ik zal zorgen dat je de vernederingen van de andere volken niet meer hoeft te verduren en hun spot niet meer hoeft te horen. Je zult je volken niet langer te gronde richten – zo spreekt God, de HEER.”’

Omwille van Mijn heilige naam.

De HEER richtte zich tot mij:

‘Mensenkind, toen de Israëlieten nog in hun land woonden, hebben ze dat door hun daden onrein gemaakt; Ik zag hoe hun daden even onrein waren als een vrouw die ongesteld is. Dus stortte Ik Mijn toorn over hen uit, vanwege al het bloed dat ze op het land hadden uitgestort, en vanwege de afgoden waarmee ze het hadden verontreinigd. Ik verdreef hen naar vreemde volken en ze raakten verstrooid in verre landen; Ik strafte hen zoals ze verdienden. Bij de volken waar ze kwamen werd Mijn heilige naam ontwijd doordat men van hen zei:

“Dit is nu het volk van de HEER, uit Zijn land is het verbannen.” Het deed Mij verdriet dat Mijn heilige naam zo door het volk van Israël ontwijd werd, bij alle volken waar het kwam.

Zeg daarom tegen het volk van Israël:

“Dit zegt God, de HEER:

Ik zal ingrijpen, volk van Israël – niet omwille van jou, maar omwille van Mijn heilige naam, die je hebt ontwijd bij de volken waar je gekomen bent! Ik zal Mijn grote naam, die door jullie bij die volken is ontwijd, weer aanzien verschaffen. Die volken zullen beseffen dat Ik de HEER ben – spreekt God, de HEER. Ik zal ze laten zien dat Ik heilig ben; Ik leid jullie weg bij die volken, Ik breng jullie bijeen uit die landen en laat je naar je eigen land terugkeren. Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 36:1-12 1
0Shares